Direkt zum Inhalt

Goudbrasem

Ik heb meer dan duizend-en-één kilometer gezwommen. Ik kan niet meer en zink naar de bodem van de zee.

Ik nestel me in het Middellandse zeezand onder een zout deken van zeewier. Een goudbrasem slurpt mij met een geut zeewater naar binnen. Ik verdwijn in haar warme buik.  Ze wiegt me als een moeder. Voor de Tunesische kust dobberen bootjes. Vissers gooien hun netten uit en vangen een school goudbrasems. Mijn nieuwe moeder wordt aan boord gehesen.

Abonnieren Sie unseren Newsletter